Zodra een kind leert lopen, begint het te rennen. Voetje voor voetje beweegt het zich voort. Hardlopen is je met de paplepel ingegoten. Het geeft een gevoel van vrijheid en het is de perfecte manier om je hoofd leeg te maken. Maar goed, het kan soms ook een beetje saai zijn. Gelukkig zijn er dan de obstacle runs. Parcours gevuld met obstakels die kracht, uithoudingsvermogen en af en toe teamwork vereisen. Oh, en vergeet modder en water niet! Maar wat voor kleding moet je aan met zo'n obstacle run, en hoe bereid je je voor qua trainingen? Lees hieronder de 5 tips voor jouw ultieme obstacle run.
TIP 1: Train op de juiste manier
Hou er rekening mee dat een obstacle run echt wezenlijk anders is dan een long run hardlopen. Door de obstakels vergt het een stuk meer kracht en een stuk minder uithoudingsvermogen, gezien je tijdelijk rust kan nemen van het hardlopen. Vandaar is ons advies meer in te zetten op de intervaltrainingen. Ren bijvoorbeeld 30 seconden op 80% van je kunnen, opgevolgd door 30 seconden op 50%. Herhaal dit proces 10 keer. Kun je langer door? Verhoog dan de intensiteit, of verklein het rust interval.
Je kunt ook trainen op een vaste intensiteit. Naast regulier hardlopen heb je ook tempo runs. Bij deze tempo runs ren je precies zo snel dat je net niet meer normaal kunt praten. Hou dit 20 a 30 minuten vol.
Tot slot is het belangrijk om niet altijd te trainen in een vast stramien. Gooi er wat variatie in door eens een heuvel op en af te rennen, of een paar baantjes te trekken in het plaatselijke zwembad.
TIP 2: Neem genoeg rust
Minstens net zo belangrijk als trainen is rust. Las voor jezelf genoeg rustdagen in na je trainingen en voor je obstacle run. Het heeft geen zin om elke dag tot het gaatje te gaan. Naast dat je spieren op deze manier geen tijd hebben om te herstellen, verhoogt het ook de kans op blessures. Niets is zo vervelend om na al je efforts de obstacle run te moeten afzeggen. Echt belangrijk: don’t overdo!
TIP 3: Draag geschrikte kleding
Er is een zeer grote kans aanwezig dat je kleddernat van modder en/of water over de finishlijn strompelt. Om dit zo aangenaam mogelijk te maken is het verstandig om voor kleding te kiezen die 1) vies mag worden, 2) strak zit en 3) water zo veel mogelijk afstoot.
Laat de lengte van je kledingstukken afhangen van de temperatuur en je pijngrens. Een lange broek beschermt bijvoorbeeld goed tegen schuren, maar is wel een stuk warmer. Als het echt koud wordt, kun je eventueel een windjack aan. Ook is het is belangrijk om veel grip te hebben. Houdt hier rekening mee als je jouw paar schoenen uitzoekt. Eventueel kun je handschoenen aandoen. Ook voor handschoentjes geldt dat ze strak moeten zitten en veel grip moeten hebben.
Belangrijk is om vooral al je kledingstukken uit te testen. Het is niet fijn om er bij de race zelf pas achter te komen dat bijvoorbeeld je schoenen te strak zitten of je broek te los.
Last but not least: vergeet niet om droge kleding (en schoenen) mee te nemen voor na de race!
TIP 4: Let op je eten en drinken
Nu je goed getraind en gerust hebt en over de juiste kleding bezit, is het belangrijk om genoeg brandstof tot je te nemen. Zorg dat je van te voren en na de tijd goed eet en drinkt. Kies voor een goede koolhydraatrijke maaltijd voor de run en een eiwitrijke maaltijd na de run. Idealiter neem je 15 minuten voor de start een First energy gum. Tijdens de run kun je nog een energy gum of een gelletje nemen. Vergeet ook niet dat het belangrijk is om goed te hydrateren. Drink voor, tijdens en na je run genoeg water.
TIP 5: Focus op de uitvoering en doseer
Tot slot de gouden tip: focus op de uitvoering. Gebruik je core bij de obstakels en ren rechtop tussen de obstakels door. Zo kunnen je longen zich gemakkelijker vullen met lucht. Naast de uitvoering is de dosering van je energie net zo belangrijk. Zorg ervoor dat je niet al je energie er doorheen blaast bij de eerste twee obstakels. Ga rustig van start en kom erachter hoeveel energie het parcour van jou vergt.
Have fun!